Wat er in Gemert in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd ben ik als kind te weten gekomen. Als er verhalen verteld werden over de voorbije oorlog had ik hele grote oren. Daardoor weet ik waar in Gemert portretten van Hitler aan de muur hingen. Natuurlijk kwamen de verhalen voorbij van de Paus, Nico van Vugt en de Duitser, die om zijn Mutti riep, toen hij werd neergeschoten in de Kasteellaan. Ook is het verhaal van Ome Toon (Reijnders) vaak voorbijgekomen. Toen de Duitsers Gemert binnenvielen moesten de inwoners naar het huidige Ridderplein om daar als levend schild te dienen. De Duitsers dachten dat er nog veel Nederlandse soldaten in het kasteel waren achtergebleven. Ome Toon, een professionele komiek, woonde in de Pandelaar en op weg naar het Ridderplein gedroeg hij zich als Quasimodo, de gebochelde van de Notre Dame. Door een Duitse soldaat werd hij daarom “nach Hause geschickt” en Ome Toon transformeerde zich in Jesse Owens, de Olympische kampioen hardlopen en spurtte terug naar huis. In het Kruiseind werd hij echter weer “zurück” gestuurd. Het verhaal heb ik heel vaak gehoord en de imitatie van de gebochelde door Ome Toon was op ieder feestje hilarisch. Misschien werden door deze verhalen de pijn van de oorlog wel verdrongen.

Waarom vertel ik dit? Vroeger werden tijdens het “buurten”, onder het genot van een borreltje, verhalen gedeeld. Deze bijzondere socialisering is er bijna niet meer. Ouderen leven vaak geïsoleerd of worden opgesloten in seniorenflats en bejaardenbeschermers bepalen, wat goed voor ze is. Ervaringen en kennis, worden zelden meer  gedeeld en/of (h)erkend.

Op dit moment is er veel heisa om een totaalverbod van alcohol in een seniorenflat in Maassluis. Volgens de organisatie Seniorenwelzijn is alcohol slecht voor de gezondheid van ouderen. Men vergeet echter dat gezondheid ook geestelijk welzijn is en dat het gebruik van alcohol niet meteen betekent dat je ziekelijk onder een brug beland en in een kartonnen doos moet slapen.  Toen Midas Dekkers gevraagd werd wat hij zou doen als hij in zo’n seniorenflat zou moeten wonen was zijn antwoord: “Maken dat ik wegkwam, ik ga toch niet de laatste jaren van mijn leven laten verpesten door een of andere snotneus, die mij vertelt wat ik wel of niet mag!”

Advies aan bejaardenbeschermers: “Ouderen, die samen buurten over gisteren en vandaag, onder het genot van een pilsje of borreltje, hebben geen kruiwagens vol met pillen nodig.”