Bij ons thuis werd vroeger over fundamentele vragen, zoals het bestaan van de mens en het hebben van een ziel, niet gesproken. Men was opgegroeid in een “ja mijnheer, nee mijnheer” maatschappij waar de pastoor en de fabrikant de boventoon voerden. De enige wijsgerige (!) spreuk in ons huis stond op het pijpenrek van mijn vader: “Dat de pijp U smaakt. Komt dat ge in goede stemming raakt”. Oh ja, regelmatig werden de gratis maandspreuken van de Bond zonder Naam verwisseld. “Je bent liever als je lacht” en “elke knoop heeft een begin”, waren spreuken om de mensen te laten nadenken en te inspireren.

Ook hing bij ons in de kamer een schilderij met een oog en de tekst: “God ziet mij”. Uit balorigheid heb ik ooit een kopie hiervan op de binnenkant van de WC deur geprikt van het instituut waar ik werkte. Er ontstond enige ophef want men voelde zich betrapt en bekeken. Het was de aanleiding voor een levendige discussie en vragen werden gesteld  zoals “Ziet God mij wel?” en “Waar is God?”. Misschien is dat wel mijn eerste ervaring met de filosofie geweest en ben ik nieuwsgierig geworden hoe theoretische inzichten reflecteren op maatschappelijke kwesties.

Mijn lievelingsfilosoof is Epicurus, omdat hij zinnige dingen gezegd heeft over gelukkig ouder worden. Een bekende spreuk van hem is: “Niet de jongere is te benijden, maar de oudere die goed geleefd heeft. De jongere zwalkt maar wat door het leven, gelooft nu eens dit en dan weer dat. De oudere bevindt zich in veilige haven, zeker van zijn ware geluk”. Een andere filosoof, die mij na aan het hart ligt is Hannah Arendt. Haar controversiële essay over Adolf Eichmann is erg bekend. Eichman, een fanatieke nazi en mede verantwoordelijk voor de massamoord op de Joden, was volgens haar een Duitse dienstklopper. Hij zal wel geloofd hebben in de nazi-ideologie, maar zonder Hitler en de partij was hij waarschijnlijk een burgermannetje gebleven. Een misdadige overheid kan schijnbaar fatsoenlijke mensen misdadige dingen laten doen.

De filosoof Aristoteles heeft al tweeduizend jaar geleden zijn zorgen geuit over een democratisch kiesstelsel, waarin volksmenners eigen kortzichtige belangen najagen. Een beter idee was volgens hem de Politeia, waarin burgers een groep wijze bestuurders kiezen, die vervolgens na dialoog weloverwogen en verstandige besluiten nemen.

Heel veel kiezers hebben bij de Tweede Kamerverkiezingen en het Europese Parlement de zorgen van Aristoteles in de wind geslagen.