Op  school leerden wij vroeger de kleine Sunda eilanden door klassikaal het volgende rijtje op te dreunen: Bali, Lombok, Sumbawa, Sumba, Flores, Timor. Didactisch, volgens huidige normen, verwerpelijk maar door de aanvullende verhalen van de meester over de Gordel van Smaragd is mijn belangstelling voor Indonesië toen geboren.

Het is sindsdien een droom geweest om naar Indonesië te gaan. Toch heb ik nee gezegd toen ik jaren geleden gevraagd werd, om in Sumatra te helpen bij het opzetten van een Politeknik, een beroepsopleiding voor processing van palmolie. Ik was, zoals zovelen, geïndoctrineerd door de vijandige houding tegenover de Islam. Het was in de tijd van de kopvoddentaks waarmee Wilders het dragen van hoofddoekjes wilde ontmoedigen. Ook was ik tegen de productie van palmolie omdat daarvoor tropisch regenwoud gekapt moet worden. Ik heb later alsnog toegestemd omdat het belangrijkste doel van de missie was om van palmolie producten te maken voor de thuismarkt en de export i.p.v. palmolie te verschepen en daarna de producten terug te moeten kopen. Een omgekeerd koloniaal principe en ik ben daarom naar Sumatra afgereisd met een koffervol ideeën. Op het vliegveld van Pekanbaru werd ik afgehaald door een delegatie, voornamelijk vrouwen,  van de Politeknik.  Wat ik toen nog niet wist, was het feit dat op Sumatra een matriarchaat is en vrouwen een bepalende rol spelen. In Nederland is daarentegen al eeuwenlang een patriarchaat, met de kerk voorop, dat nu pas echt aan het veranderen is. In Bangkinang waar het instituut was, dragen vrijwel alle vrouwen een hoofddoek, zelfs de jonge meisjes die ik Maria’kes noemde omdat ze er zo schattig uitzagen.

In Bangkinang heb ik samengewerkt met hardwerkende, begripvolle en respectvolle mensen. Het eten was wel problematisch want een appel eten met de rechterhand (de linkse is onrein!) is geen probleem maar  met die hand een bord met kleffe rijst naar binnen werken is niet aangenaam. In de hele stad was geen druppel bier te krijgen en de westerse ziekte “obesitas” was afwezig. Op een dag werd ik uitgenodigd door een Imam om zijn Moskee te bezoeken. Tijdens de rondleiding werd hij gebeld en ik voelde dat het om mijn persoontje ging. Hij zei lachend dat hij gewaarschuwd werd omdat ik waarschijnlijk een terrorist was. Uit dit alles blijkt dat de werkelijkheid (ratio!) het vaak verliest van de emotie. Zou dat ook de reden kunnen zijn dat zoveel mensen in Nederland op Wilders hebben gestemd?