Voetbal is een teamsport en verlies moet men accepteren en bij winst mag er wel een zekere euforie zijn. Na een wedstrijd wordt de sociale component vaak besprenkeld met een of meerdere alcoholische versnaperingen. Jarenlang heeft Nederland ook genoten van Studio Sport, om zeven uur zaten we met zijn allen voor de TV met een bord op schoot.
Het lijkt erop alsof alles ineens voorbij is. Tom Egbers mag niet meer presenteren omdat hij dertien jaar geleden een affaire heeft gehad met een collega, trouwens met wederzijds goedvinden. In de stadions is het een orgie van geweld en het lijkt wel oorlog waarbij de hooligans het heft in handen hebben genomen. Van alles wordt op het veld gesmeten terwijl de voetballers elkaar onderling naar het leven staan. Wekelijks zijn er schoppartijen en op de tribunes zijn er racistische en homofobe scheldpartijen. Het lijkt wel of het iedere zondag Pasen is want de voetballers, die nauwelijks aangeraakt worden storten op de grasmat en sterven ter plaatse. Ze wachten het fluitsignaal van de scheidsrechter af, kijken of ze de tegenstander een gele of rode kaart kunnen aansmeren en staan na enkele seconden weer op uit de dood. Van het verongelijkte gezichtje van Xavi Simons krijg ik trouwens pukkeltjes in mijn nek.
Het trainersdrama met van Ruud van Nistelrooij kent zijn weerga niet. Blijkbaar moet een trainer toch nog wel een paar andere eigenschappen hebben dan een bal 100 meter ver kunnen schoppen. Alle succesvolle trainers, zoals Rinus Michels, Louis van Gaal, Foppe de Haan en Ron Jans hebben een achtergrond als leraar en weten hoe ze met mensen om moeten gaan.
Ik ben blij dat de voetbalcompetitie is afgelopen en ik hoop dat de voetbalbobo’s alles op een rijtje gaan zetten zodat we in september weer een sportieve en spannende competitie kunnen meemaken en dat we weer uit volle borst “You’ll never walk alone” mee kunnen zingen. Misschien hebben de agenten dan weer tijd om een rondje door de buurt te fietsen.