Vroeger was het feest om de bananendoos met de kerststal van de zolder te halen. Alle beelden zaten in krantenpapier en na het uitpakken werd de kerststal met beelden opgetuigd. Een echte kerstboom met kaarsjes en als extra traktatie waren de fondant kerstkransjes, die in de loop van de kersttijd opgesnoept mochten worden. Ook het kerstverhaal was indrukwekkend en we vonden het zielig dat Maria en Jozef geweigerd werden in de herberg. Hoe anders is het kerstfeest in de huidige tijd. Een mini-kerststal van de Action en als hoogtepunt een maaltijd waarbij menige broekriem wat meer ruimte nodig heeft en de gang naar de glasbak enkele keren gemaakt moet worden. In het liedje “Kerstmis bij ons moeder thuis” van Stafke Fabrie  denkt de hedendaagse jeugd dat Jezus een of andere bokser is. In plaats van “Stille Nacht, heilige Nacht” zingen we nu “Flappie” van Youp van het Hek.

Naast het Kerstverhaal is ook het verhaal van “Adam en Eva”, die uit het aardsparadijs verdreven werden nadat ze gegeten hadden van de verboden vruchten, een beetje ongeloofwaardig. Sindsdien is het allemaal kommer en kwel en zit het kerkvolk met de gebakken peren. Dat de aarde geschapen is in zeven dagen  doet denken aan een mooi maar moeilijk voor te stellen sprookje. De creativisten, die geloven in het scheppingsverhaal, worden niet serieus genomen. De aarde bestaat al vele miljoenen jaren en de mens heeft zich pas de laatste 200.000 jaar ontwikkeld tot wat hij/zij nu is. Een Belgische priester, George Lemaitre  heeft belangrijke wetenschappelijke bijdragen geleverd en wordt beschouwd als de grondlegger van de oerknaltheorie oftewel de Big Bang. De Big bang theorie is een populaire theorie, die op een revolutionaire manier het bestaan van het universum probeert uit te leggen. Alles is begonnen met een immense explosie van bepaalde gassen en vaste massa. Daarna is het universum zich gaan ontwikkelen tot het stadium dat we vandaag de dag zien. De evolutietheorie van Darwin past mooi in dit plaatje!

Wie echter het verhaal wil horen van Adam en Eva moet luisteren naar een liedje van Paul Anka uit 1960.