Nederland is gestruikeld bij het wereldkampioenschap voetbal vanwege de slecht genomen penalty’s. De magiër van Gaal had zijn jongens goed voorbereid en we zouden de Argentijnen eens een poepje laten ruiken. Nu is penalty’s nemen helemaal niet zo moeilijk want wij zijn opgegroeid op voetbalveldjes, die er vroeger overal waren omdat alles niet zo volgebouwd was als tegenwoordig. De doelpalen waren twee jassen en de bovenlat was afhankelijk van de grootte van de keeper. Als hij niet bij de bal kon dan was de bal over. Degene die een bal van thuis meebracht bepaalde de lengte van de wedstrijd want als hij naar huis ging was er geen bal meer. De twee partijen werden gevormd na het afpassen van de twee aanvoerders waarbij ze tegenover elkaar stonden en degene die het laatste de afstand met zijn schoen kon verkleinen mocht als eerste kiezen en daarna ging het op de beurt. Niemand bleef over want iedereen mocht meedoen.
Aan corners nemen deden we niet maar na drie corners was er een penanty en die werd serieus genomen. Mijn adagium was altijd: “Rechts kijken en links schieten”. Waarschijnlijk heeft Neeskens vroeger ervaring opgedaan op zo’n trapveldje want hij knalde keihard rechtdoor waarbij de keeper geen schijn van kans had. De Cruijff – Olsen penalty was ook heel bijzonder. Johan Cruyff gaf de bal een tikje zijwaarts en Olsen schoot de bal in het doel waar Otto Versfeld van Helmond Sport aan de grond genageld stond.
De beste voetballessen stonden in de stencils van Abe Lenstra, die je vroeger kreeg bij een rol Turkstra beschuit. Abe zei dat je een strafschop serieus moest nemen. De veter van de bal naar de doelman gericht en links in de hoek schieten want de meeste keepers zijn rechts. Je kunt ook een grapje uithalen. Je doet net of je de bal goed wilt leggen en je kijkt naar de keeper wat hij doet. Als hij niet geconcentreerd is punter je de bal in het doel. Als de keeper wel goed oplet neem je bal goed in de handen en leg je hem anders neer.