Onlangs pikte ik een trostomaatje uit een kunststof bakje omwikkeld met plastic waarop stond: “Produced in Spain”. Ik vraag me af waarom die tomaatjes allemaal verpakt moeten worden en niet uit Beek en Donk komen. Nou heb ik me laten wijsmaken dat import uit Verweggistan soms nog minder energie kost dan de tomaatjes, die hier in een kas groeien. Vroeger kwam de groenteboer langs de deur zo ook onze melkboer (Mies Pap), die met een litermaat melk tapte uit een melkbus en  dat goot in het steelpannetje van mijn moeder. Mijn twee kleinkinderen uit Rotterdam geloofden dit niet want pakken melk worden toch in een fabriek gemaakt. Daarom zijn we enige tijd geleden naar de Brabantse Kluis geweest om naar koeien te kijken. Toen ik ze vertelde dat de melk uit de uiers kwam lusten ze ineens geen melk meer!!! Vers brood gingen wij vroeger halen bij Janus van Daal in de Virmundtstraat. De introductie van Tarvo, fabrieksbrood, verpakt in een plastic zak met een mannetje met een platte hoed als beeldmerkje, was indertijd het begin van de condoomverpakkingen. Kinderen vonden het klef “voorgekauwd” compromisbrood, niet bruin en niet wit, lekker want je hoefde het alleen maar door te slikken.

Niet alleen de verpakkingen zijn geïntroduceerd maar we halen ook teveel voedsel uit verre landen. Het is natuurlijk beter om maaltijden te bereiden van streekproducten, die duurzaam geproduceerd worden. Een carnivoor eet vlees, een herbivoor eet planten en een locavoor gebruikt streekproducten van het seizoen voor het bereiden van maaltijden. Vroeger aten we in de winter geen tropische avocado’s maar wortelen, uien of prei uit “den hof” en de “neij erpel” waren een delicatesse. De mensen hadden een grote tuin, die in dienst stond van de voedselproductie. De mest kwam uit de gierput en het overmatige voedsel, als dat er al was, werd op een composthoop gegooid of aan een varken gevoerd dat voor de winter geslacht werd. Er was een circulaire voedselketen want er werd geen voedsel weggegooid.  

Sommige locavoren  nemen het “inkopen” van plaatselijke producten wat al te letterlijk door proletarisch te winkelen in andermans volkstuintje. Als ik het voor het zeggen had, maar ik ben geen wijze wethouder of allesbegrijpende burgemeester, dan zou ik iedere week een boerenmarkt organiseren waar alleen onverpakt en onbespoten streekproducten van lokale ondernemers verkocht worden. Goed voor het milieu, de gezondheid, de ondernemers en het verkleinen van onze “carbon footprint”.