Willem Drees (PvdA) heeft begin jaren vijftig de verzorgingsstaat vorm gegeven door de nadruk te leggen op hard werken en zuinig zijn. Dat leidde tot grote saamhorigheid en onze ouders waren bereid om hard te werken voor weinig loon. In de tweede helft van de jaren vijftig stegen de lonen wel wat maar het geld werd niet over de balk gesmeten maar opgespaard om later luxe goederen te kunnen kopen. Toen werd de bezem vervangen door een stofzuiger en de wastobbe door een wasmachine.
De verzorgingsstaat werd verder opgebouwd want er kwam een Algemene Ouderdomswet (AOW) en een Algemene Bijstandswet. Er kwam ook een ministerie van Maatschappelijk werk dat ervoor moest zorgen om vervreemding tegen te gaan in de steeds sneller veranderende tijd. In de jaren zestig vond de jeugd deze houding echter betuttelend en benauwend en samen met de behoudende loonpolitiek waren dat de oorzaken van vele stakingen.
Vanaf de jaren 70 stopte de economische groei mede door de opkomst van het neoliberalisme dat geassocieerd werd met de commercialisering van het bestuur. Wim Kok (PvdA) heeft ook aangestuurd op een pro-marktkoers waarbij gestreefd werd naar privatisering, deregulering en bezuinigingen op de sociale uitgaven dat uiteindelijk een meetbare inkomensongelijkheid heeft veroorzaakt.
Dit is misschien allemaal wat kort door de bocht, maar we zitten nu wel op de blaren en na de kredietcrisis en de coronacrisis hebben we nu ook een huizencrisis. De nieuwe regering gaat ontzettend veel geld uitgeven maar de ouderen die indertijd aan de wederopbouw meegewerkt hebben, worden nu vergeten. Erger nog de ouderen wordt verweten dat de jongeren geen huis kunnen kopen of huren. Men heeft er zelfs een mooie term voor bedacht: woningschaamte. Ouderen moeten zich schamen omdat ze wonen in een huis dat ze jaren geleden gekocht hebben van het geld waarvoor ze hard gewerkt hebben. Men wil nu dat deze ouderen doorstromen naar kleinere woningen waardoor de grotere eengezinswoningen vrijkomen. De schuld van deze woningcrisis ligt echter bij de overheid en vooral de gemeenten, die de afgelopen jaren meer aandacht hadden voor projectontwikkelaars, die hun zakken hebben gevuld en geen initiatieven hadden voor bijvoorbeeld bouwen van seniorenhofjes of andere alternatieven.