(Gemerts Nieuwsblad, niet geplaatst!!)

Onlangs hebben vrijwilligers in Gemert zwerfvuil opgeruimd. Een goed initiatief alhoewel het treurig is dat anderen hun afval zomaar in de berm gooien. Deze actie deed me denken aan het milleniumproject: “Clean up, live longer” uitgevoerd door onze gemeente in Oeganda. In Bushenyi werd geleerd om afval te verzamelen om een betere leefomgeving te creëren en om compost te maken van groenafval. Meerdere ambtenaren en gemeenteraadsleden zijn regelmatig naar Oeganda geweest en ook is er een tegenbezoek geweest van een delegatie uit Oeganda. Het project werd vanuit Den Haag gesubsidieerd maar de toenmalige burgemeester heeft in het blad van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) geschreven: “We kiezen ervoor om onze samenwerking met Bushenyi niet te vaak en te breed uit te meten. Helemaal niet nu we in Gemert-Bakel de tering naar de nering moeten zetten”. Over de kosten van de vele trips naar Oeganda is verder gezwegen.

Vanuit Nederlandse organisaties ben ik betrokken geweest bij vele projecten in ontwikkelingslanden, o.a. in Oeganda. Uit betrokkenheid ben ik ook naar Bushenyi geweest en heb jammerlijk moeten constateren dat het hele project mislukt is. Veel rotzooi op straat en ook de compostverwerking was stopgezet. Nu gaat er veel mis met ontwikkelingsprojecten en er wordt onnodig veel geld verknoeid. Oude kleding, die hier verzameld wordt komt op de Afrikaanse markten terecht en het resultaat daarvan is dat de plaatselijke entrepreneurs failliet gaan omdat ze niet kunnen concurreren tegen deze dumphandel. Tranentrekkend zijn ook de Tante Truus stichtingen, die vakantiegangers oprichten nadat ze vanuit hun luxe resort een excursie gemaakt hebben naar het binnenland. Terug in Nederland gaat men  potloden, balpennen en schriften verzamelen voor schooltjes. Van schoolbesturen heb ik gehoord dat de ondersteuning heel fijn is maar dat men geen behoefte heeft aan ingevulde puzzelboekjes en lege balpennen. Bedroevend is ook het geschenk, een leren etui met een stethoscoop, dat een arts kreeg waarin een briefje zat: “niet meer te repareren”. Dit allemaal doet me denken aan het zilverpapier dat wij vroeger spaarden voor de missie. De negertjes stuurden dan een briefje: “Bedankt voor het zilverpapier, het was lekker!”

Het is zo jammer dat indertijd in het kasteel van Gemert geen plaats was voor de Stichting ICC (Internationaal Coöperatief Centrum) waar mensen uit ontwikkelingslanden cursussen konden volgen om daarna die kennis te implementeren in hun thuisland. Gemert had dan werkelijk een steentje bij kunnen dragen aan een betere wereld.