Twee weken geleden heeft Roxi, een Rottweiler, 15 pups geworpen. In het Eindhovens Dagblad zegt de eigenaresse dat een bevalling van drie kinderen niet zo zwaar is dan het werpen van vijftien pups. Zij wil één hond houden en de rest verkopen. In de coronatijd was ze de honden zo kwijtgeraakt want veel mensen hebben toen een hond gekocht om er mee te kunnen gaan wandelen. De baasjes behandelen de dieren alsof het hun kinderen zijn. Ook zie ik veel oudere echtparen, die op hun fiets een mandje hebben waar een verwend “eikelbijtertje” prinsheerlijk naar de omgeving zit te kijken. Nu valt het me op dat steeds meer menselijke eigenschappen worden toegedicht aan dieren en men noemt dat: antropomorfisme.
Het is alweer jaren geleden dat ik vol bewondering keek naar films met Rin Tin Tin, een Duitse herder die een paar extra ogen en oren had en heel slim was. De bekendste hond in een televisie serie is natuurlijk Lassie, een collie oftewel een Schotse herdershond, die veel mensen gered heeft van een verdrinkingsdood of die ondergesneeuwd, verdwaald, gewond of acuut in levensgevaar waren. Bijzonder grimmig waren daarentegen de woeste Dobberman Pinchers in de film “The Boys from Brazil”!
In liedjes komen we ook veel honden tegen zoals in het liedje van Patty Page: “How much is that doggie in the window”. Het bekendste liedje is wel het liedje van Cat Stevens: “I Love my dog”, waarin hij zingt dat zijn hondsgetrouwe metgezel altijd kwispelend op hem afkomt terwijl zijn geliefde stiekempjes het hazenpad kiest.
Mijn favoriet hondeliedje is “Hound Dog” van Elvis Presley waarin hij zingt dat zijn liefje niets meer is dan een jachthond. Men had hem verteld dat ze “high class” was maar het tegendeel bleek waar te zijn.
Tranen in mijn ogen krijg ik van “Old Shep”, een ander liedje dat Elvis Presley al zong op tienjarige leeftijd, staande op een stoel om bij de microfoon te komen. Hij werd vijfde bij een songfestival en kreeg vijf dollar en een kaartje voor een kermisattractie. Het liedje is een Country Classic geworden en geschreven en voor het eerst gezongen door Red Foley.