Mijn werkzame leven heb ik doorgebracht in Utrecht en enkele jaren daarvan heb ik in Zaltbommel gewoond, ongeveer 25 treinminuten van Utrecht. Vaak heb ik door het oude stadje rondgewandeld met zijn vele monumenten en herinneringen uit het verleden. Anton Philips is hier gestart met zijn gloeilampenfabriek, Karl Marx heeft er een gedeelte van “Das Kapital” geschreven en de componist Franz Liszt was een bewonderaar van het carillon van de kerk. Naast de St. Maartenskerk is er ook een Maarten van Rossum museum, niet genoemd naar onze nationale mopperkont maar naar de Gelderse legeraanvoerder uit 1500, die gevreesd was voor zijn niets ontziende manier van oorlog voeren. Zijn leuze was: “Blaken en branden is het sieraad van de oorlog”, waarbij de burgerbevolking niet ontzien werd. Mijn wandeling eindigde altijd aan de Waalkade bij Grand-café “De Verdraagzaamheid”. Van daaruit heb je een perfect zicht op de brug genoemd naar Martinus Nijhoff, de dichter van het gedicht: “Ik ging naar Bommel om de brug te zien, Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden, die elkaar vroeger schenen te vermijden!!” Nog bekender is het gedicht van Hendrik Marsman uit 1936: “Denkend aan Holland zie ik de breede rivieren traag door het oneindig laagland gaan”. Aan de Waalkade zie je het prachtige rivierlandschap met water, wilgen, ruimte en Hollandse luchten. Toch zijn mijn vrouw en ik uiteindelijk naar Gemert verhuisd en de tekst op onze verhuiskaart zegt genoeg: “Waar we eens hebben leren lopen, willen we ook oud worden”.
In Gemert maak ik dagelijks een wandelingetje en als ik op de brug sta van de Rips aan de Stroom denk ik aan Martinus Nijhof. Ook denk ik aan het gedicht van Hendrik Marsman want enkele jaren geleden heeft de gemeente Gemert meer dan tweehonderdvijftig duizend euro besteed aan het zichtbaar maken van de Rips. De bedding is toen verdiept, verbreed en de stroom moest meanderen door het landschap. Er zou ook een wandelpad aangelegd worden, allemaal ten dienste van de herontwikkeling van het gebied Stroom/Nazareth. De Rips moest een dragende functie krijgen waar het voor mensen mooi is om bij het water te wonen.
Helaas haalt de tijd de werkelijkheid in: Een volledig dichtgegroeide en niet herkenbare Rips meer. Geen landschap met water, wilgen, ruimte en Hollandse luchten waar mensen aan het water wonen maar daarentegen parkeerplaatsen aan beide oevers. Parkeerplaatsen zijn ook elders in Gemert belangrijker dan landschappelijke en historische waarden.