Voetbal loopt als een rode draad door mijn leven. Begonnen bij de junioren, overgestapt naar de senioren en afgebouwd bij de veteranen. Daarna ben ik nog vele jaren, met heel veel plezier, coach en trainer geweest van enkele G-teams. Deze G-teams, bestaande uit voetballers met een verstandelijke beperking, heb ik het gevoel kunnen geven dat ze soms kampioen van Nederland waren.
Nooit heb ik kunnen denken dat mijn sympathie voor het voetbal kon omslaan in een antipathie. Ik zie er de lol niet van in om als een verklede oranje sinaasappel met een juichcape rond te moeten rennen. Dat sommige supporters hun huis oranje opschilderen is een beetje stupide. Wat me echter het meeste ergert is het gedrag van Memphis Depay! Hij neemt de corners op links en op rechts. Neemt alle vrije trappen en staat voorop bij het nemen van een penalty. Gewoon een bal spelen naar een medespeler doet hij niet maar hij gebruikt een hakje of een stiftje en de speler, die de bal krijgt moet maar zien hoe hij de bal onder controle krijgt.
Ik heb geleerd dat een elftal moet bestaan uit een variëteit aan voetballers. Je hebt talenten nodig zoals Cruyff en waterdragers zoals Johan Neeskens. Het Ajax van vandaag heeft twee steunpilaren, de Argentijn Martinez en de Mexicaan Alvarez. Als je twee van zulke mannetjesputters in je elftal hebt dan kunnen er een aantal andere spelers uitblinken zoals Dusan Tadic.
Memphis Depay hangt de gebraden haan uit op het voetbalveld, is een lopend plakplaatje, is hautain en vindt zichzelf het allerbelangrijkste. In mijn ogen is het een aansteller en een opschepper. Ik zal er niet van schrikken als Nederland niet eens door de voorronde komt. Dat komt niet door de kwaliteiten van de spelers maar door het dedain van Memphis Depay naar zijn medespelers.
Wat verlang ik terug naar de tijd van Coen Moulijn en de Kromme en het commentaar van Leo Pagano en “Hup Holland Hup” van Jan de Cler