De Vietnam oorlog bereikte in 1968 een hoogtepunt en ondanks de inzet van honderdduizenden manschappen, grootschalige bombardementen en het gebruik van chemische middelen, verloren de Verenigde Staten deze oorlog. Er kwamen meer dan 2,5 miljoen Vietnamezen om het leven en bijna 60.000 Amerikanen. De foto van het “napalmmeisje” dat naakt en gillend van de pijn over de weg rent maakt nog steeds een diepe indruk. Amerika was hopeloos verdeeld, de progressieven waren tegen de oorlog en de conservatieven steunden hun land in de strijd tegen de communisten. 1968 was ook het jaar waarin Maarten Luther King en Robert Kennedy vermoord werden. Ondertussen sudderden de rassentegenstellingen, die in de zomer van 1967 tot rellen hadden geleid in vrijwel alle grote steden, onderhuids voort.

In die tijd kwam het lied: “What a wonderful world” uit van Louis Armstrong. Indrukwekkend en positief en tot op de dag van vandaag is het het lievelingslied van heel veel mensen. Satchmo was goedlachs, straalde een zekere goedheid uit en het leek of hij altijd gelukkig was. Als je met hem mee zong, geloofde je dat je in een prachtige wereld leefde.

I see trees of green, red roses too

I see them bloom for me and you

And I say to myself, what a wonderful world

Voordat we er erg in hebben gaan de knoppen van de bomen weer uitlopen en alles wordt weer groen. Het lijkt dan wel of de natuur wil zeggen: “Kijk eens naar mij, ik ben groener dan groen”.

Toch is het moeilijk om te zeggen dat alles prachtig is. Op het nieuws zien we alleen maar berichten over oorlog, vluchtelingen, honger en droogte. De verdeeldheid en ongelijkheid in de wereld is groot en het coronavirus terroriseert ons. Veel mensen zijn ziek en ook zijn veel dierbaren overleden en toch komt er een tijd dat we samen met Satchmo zullen zingen: “What a wonderful world”!