In mijn boekenkast staat nog het Leerboek der Nederlandse Geschiedenis, geschreven door priester August Commissaris. De beeldenstorm in 1566 wordt in geuren en kleuren verteld. De Calvinisten voerden een felle campagne tegen de “afgoderij van de beeldendienst”, zij hitsten hun volgelingen op om de kerken van alle “afgoderij” te zuiveren en in bezit te nemen. Gelukkig voor de Roomsen kwam Alva uit Spanje om die Calvinisten mores te leren.
Nu wordt de term Beeldenstorm in de media ook wel gebruikt om andere grootschalige verwoestingen van kunstvoorwerpen aan te duiden, zoals de vernielingen in de Iraakse stad Nimrud en Mosul door strijders van de Islamitische Staat.
Op dit moment worden in Nederland beelden en gebouwen beklad door de “Helden van Nooit” een collectief van antiracistische en dekoloniale activisten. Gelukkig is er nu ook een tegenbeweging van start gegaan: “de bloemenrevolutie”. Jongeren gaan bloemen neerleggen bij lokale standbeelden en monumenten van onze helden.
De verwerking van de koloniale geschiedenis en haar gevolgen is in de westerse wereld een van de grootste politieke kwesties van deze tijd. Nu is er een groot verschil tussen herinneren en vereren. Volgens mij moeten we stilstaan bij wat er gebeurd is en het verleden koppelen aan het heden.
Er zal een gemeenschappelijke taal moeten komen over het racisme of discriminatie. Als ik echter op dit moment het fanatisme zie van niet-witte mensen heb ik soms het gevoel dat ik, alleen omdat ik wit ben, persoonlijk schuldig ben aan de trans-Atlantische slavenhandel in de zeventiende en achttiende eeuw.
De reacties van de “Black Lives Matters” kan ik ook wel weer begrijpen. In 1963 was er de mars naar Washington, een betoging om op te komen voor de rechten van de Afro-Amerikaanse burgers. Na de mars gaf Martin Luther King zijn beroemde toespraak “I have a dream” and Peter, Paul and Mary zongen het liedje “If I had a hammer”.
In de Verenigde Staten is na bijna zestig jaar nog niet veel veranderd!!