Onlangs heb ik op een rommelmarkt voor een euro een boekje: “Het Zingende Boertje” gekocht. De jongeren onder de zestig weten waarschijnlijk niet dat in de jaren vijftig een periode is geweest dat er vrijwel alleen Nederlandse liedjes, meestal vertalingen van Amerikaanse hits, op de radio kwamen. Toen de communicatie met Amerika iets gemakkelijker werd en de singles getransporteerd konden worden naar Europa kwamen de originele hier op de radio

In het Zingende Boertje,  dat ik heb gekocht staat o.a. de vertaling van Bachelor Boy  van Cliff Richard: “Nee jongen, ik trouw niet met jou” van Willeke Alberti.

Later zijn er allerlei gekke vertalingen opgenomen zoals de vertaling van “Jambalaya” van Fats Domino: Ai, Ai, ik lust geen slaai maar andijvie, want van slaai krijg ik pijn in mijn lijffie.

Van Nederlandse liedjes zijn ook parodieën gemaakt. Katinka van de Spelbrekers konden we meezingen met

“lekkere worst van de Hema, vetvrij papierke dur um. Sap drupt langs mijn servetje, Mun vènt ziet ut toch nie dus kom.

Natuurlijk zijn er ook schuine vertalingen zoals het liedje: “Mississippi”  van Pussycat   dat werd veranderd in “ik mis me slippie!”

In het Zingende Boertje waarop ik heel zuinig ben staat ook de vertaling van “If I had a hammer” van Pete Seeger maar waarvan de versie van Trini Lopez populair is geworden. Rob de Nijs heeft met: “Oh, had ik ’n hamer” een kleine hit gehad.

The Fouryo’s hebben misschien wel de meeste Amerikaanse hits  met een Nederlandse saus overgoten. Hun eerste single in 1957 was een cover van Bye bye love” van de Everly Brothers. De Fouryo’s waren in die tijd erg populair maar in 1964 hebben de Fouryo’s geconcludeerd dat hun presentatie van muziek niet meer bij de tijd was en zijn met optredens gestopt!

De vertalingen van de liedjes van de Beatles waren geen succes. In 1964 heeft Peter Koelewijn met zijn Rockets een vertaling uitgebracht van “I wanna hold your hand”. Het liedje “Geloof maar dat ik ren” was bedroevend slecht. Het toppunt is de vertaling van “Yesterday” van de Beatles door Rijk de Gooyer, alhoewel sommigen het een geniale tekst vinden.