Mijn vader zaliger werkte zes dagen per week in een textielfabriek. Op een dag vertelde hij dat er een nieuwe regel ingevoerd werd en dat hij in het vervolg vier weefgetouwen moest bijhouden. Ik vond dat prachtig want ik dacht dat hij heel belangrijk was want normaal hoefden ze maar één weefgetouw bij te houden. Later heeft mijn vader verteld dat hij hetzelfde loon kreeg maar dat de baas van de textielfabriek nu meer ging verdienen. Vanaf dat moment heb ik meer affectie voor een sociale samenleving dan voor een liberale, waar iedereen maar voor zichzelf moet zorgen.
Hieraan dacht ik terug toen mijn zwager onlangs in het ziekenhuis terecht kwam na een herseninfarct en een aantal weken moest verblijven in het nabij gelegen zorg- en herstelhotel. De zorg, service en aandacht waren fantastisch, maar zoals elders in de zorg was er een groot personeelstekort al of niet veroorzaakt door een financieel tekort. Nu is bekend dat dat personeelstekort een hoge werkdruk veroorzaakt in vele zorginstellingen en dat daardoor veel werknemers ontslag nemen. De grote werkdruk wordt namelijk niet gecompenseerd door een overeenkomstig salaris. Wel is bekend dat in de vele managementlagen de salarissen soms wel erg riant zijn.
Schrijnend was de constatering dat gedurende de nacht, voor de tientallen revalidatiekamers, maar één personeelslid aanwezig was. De man deed ontzettend zijn best maar had het te druk, was de Nederlandse taal niet machtig en kon daardoor met mijn zwager geen goed gesprek voeren. Toen mijn zwager hem duidelijk wilde maken dat hij naar de WC moest begreep hij hem niet met alle gevolgen van dien.
Misschien heeft de nachtbroeder thuis ook wel verteld dat hij verantwoordelijk was voor een hele afdeling en misschien was zijn zoontje ook erg trots op hem.