In mijn werkzame leven heb ik vaak hoorcolleges gegeven. De collegezalen waren meestal goed bezet en op de eerste rij zaten vaak een aantal enthousiaste welgevormde studentes. Bij zomerse dagen was het warm in de airco-loze zaal en de kleding van de toehoorsters was daarop aangepast. Laten we zeggen luchtig en een beetje bloot.  Tijdens dergelijke lezingen ging mijn blik onwillekeurig uit naar de voorovergebogen schrijvende dames op de eerste rij en van de uitbundige decolletés kreeg ik last van draaiduizeligheid. Ik dacht dat de studentes me verwijtend aankeken met een blik van “ben je me aan het uitkleden?” en keek daarom snel de zaal in. Toch gingen mijn ogen automatisch weer in de richting van de welgeschapen boezems. Toen ik ging transpireren heb ik een time-out aangevraagd en de aanwezigen verteld dat ik mij in Tirol waande, last had van hoogtevrees en dat vlak voor me een zwarte piste opdook. Ik stotterde: “Het is alsof ik aan de rand van de Grand Canyon sta”. Hilariteit alom maar de dames op de eerste rij stelden mij gerust dat ze niet het gevoel hadden dat ik een voyeur was.

Later heb ik enkele collega’s het voorval verteld. Nu was er toevallig een vertrouwenspersoon aanwezig, die mij stichtelijk vermaande dat je in dergelijke situaties altijd naar de wand achter de laatste rij moet kijken om te vermijden dat men wordt beticht van oneerbiedig gegluur. Ik heb haar aangegeven dat mijn strategie toch eerlijker en duidelijker was en dat dat door de aanwezigen erg op prijs werd gesteld. We konden elkaar echter niet overtuigen! Ook heb ik haar toen maar verteld dat ik in mijn jeugd, door natuurlijk testeron en  enkele alcoholische versnaperingen gedrogeerd, in de Gemertse poptempel van “VanDorre” (Ridderhof!) uit volle borst met het orkest van mijn muzikale neef Piet Reijnders, de volgende liedjes heb meegezongen: “en haar sneeuwwitte boezem was nauwelijks bedekt” van Johnny Hoes, “hup zei me simmeke, daar gaat ie weer, door de schoorsteen op en neer” van Dikke Leo en “Puntje dr in puntje dr uit” van de Slijpers.

Het is allemaal wel erg lang geleden maar als er volgende keer geen column is dan zul je mij zeer zeker zien in DWDD en Pauw. Ik zal daar neergesabeld worden, de pers zal mijn naam door het slijk halen en ik zal verder het leven ingaan als een “dirty old man”.