Mijn schoonvader had in de jaren zestig een Dafje, met een luchtgekoelde boxermotor en een continu variabele transmissie. Het systeem (Variomatic) werd in de reclame het “pientere pookje” genoemd vanwege de eenvoudige bediening. De bestuurder hoefde alleen maar te kiezen of hij vooruit of achteruit wilde rijden. De auto was niet sportief en werd gebruikt door bejaarden, die volgens de vooroordelen niet konden rijden en niet wilde schakelen. Regelmatig werd de grap gemaakt dat bij iedere file een Dafje voorop reed. De DAF, die zijn tijd ver vooruit was kreeg de bijnaam “Truttenscheurder met jarretelaandrijving” omdat de drijfriem de auto bij stilstand deed schudden.
Mijn eerste auto was een Deux Chevaux, oftewel een Lelijke Eend. Het was een besteleend en ik had de auto zelf geschilderd en aan de zijkanten met mooie letters erop gezet: “Lui maar sterk”!!!
In de loop van jaren ben ik regelmatig veranderd van merk en op dit moment ben ik op zoek naar een nieuwe energie zuinige auto en het liefst geen benzineslurper. Mijn oog is gevallen op een Tesla, een elektrische auto.
Maar wat lees ik: De Tesla is duur (vanaf ongeveer 50.000 euro) en Follow the Money, een internetplatform dat financiële misstanden aan de kaak stelt, zegt dat het een ultieme aso-bak is, omdat:
- de 7.500 Tesla’s, die er nu in Nederland rondrijden de samenleving heel veel geld kosten. Belastingvoordelen voor de eigenaren zijn145 miljoen euro per jaar,
- de elektriciteit waarop de Tesla rijdt opgewekt wordt in kolencentrales,
- de productie van de batterijen heel veel kooldioxide produceert,
- de Tesla’s loeizwaar zijn en dat heeft veel nadelen.
Om deze Eco supercars betaalbaar te houden moet de belastingbetaler dus heel veel geld ophoesten. Ik denk dat ik maar een Fiat Panda ga kopen dan weet ik zeker dat ik geen knollen voor citroenen koop en dat ik niet besodemieterd wordt door glanzende folders.