Iedereen kent het lied van Will Tura, die naast de telefoon tot ’s avonds laat zat te wachten tot zijn lief het nummer 797204 zou draaien. Waarschijnlijk zat Will in de gang op een krukje, want de telefoon hing toen meestal in de gang bij de voordeur waar de kabel lag. Will Tura had nog geluk dat hij zijn lief direct kon bellen want in die jaren waren er ook nog de “juffrouws van de telefoon” die een verbinding tot stand moesten brengen voordat er met elkaar gesproken kon worden.

Tegenwoordig gaat niemand meer zitten wachten bij de telefoon met een draaischijf en een kabel want zo’n telefoon is iets uit de vorige eeuw. Meer dan 90 % van de Nederlanders heeft een smartphone en je kunt er niet alleen mee bellen maar ook WhatsAppen, Facebooken, Googlen of Twitteren. Laatst was ik in een restaurant en aan een andere tafel zat een familie van acht personen. Ze hadden allemaal een mobieltje in de hand en hadden geen enkele aandacht voor elkaar. Ik dacht: de  wereld is er niet vrolijker op geworden!

Groen en geel erger ik me aan mensen, die luidruchtig bellen in het openbaar. Helemaal erg was de situatie toen onlangs iemand tijdens een begrafenisdienst met zijn mobieltje aan het spelen was. De discussies over het gebruik van een mobieltje door de leden van de politieke partijen tijdens  de discussies onlangs in de Tweede Kamer was voor mij ook een dieptepunt.

Gelukkig wordt tegenwoordig veel aandacht besteed aan het bellen op de fiets of in de auto. Je zult maar aangereden worden door een zot, die zit te bellen achter het stuur.  

Bijna 90% van de Nederlanders vindt zichzelf echter heel sociaal want ze hebben via de smartphone veel contact met vrienden, familie en kennissen. Ik kan niet zeggen wie hier nou gelijk heeft of krijgt.