Toevallig kwam ik via het internet terecht bij café de Rooie Jan, een café in Zevenaar, waar Jan, de kroegbaas een rooie haardos heeft. In Gemert hebben wij jarenlang ook een café de Rooie Jan gehad op de hoek van de Virmundstraat en Julianastraat. Later is het café omgedoopt in Alleman en nu is er een appartementencomplex.  Ik herinner me nog dat in de jaren vijftig mijn vader met mijn twee ooms, na de mis een borreltje gingen drinken bij de Rooie Jan, waarna hij de verdere  middag op de divan doorbracht.

De kroegbaas van de Rooie Jan was Jan van Berlo oftewel Jan de Klumper,  een rasverteller van Gemertse verhalen.  Jan was na de oorlog wethouder voor de arbeiderspartij (PvdA) en werd de Rooie Jan genoemd omdat hij opkwam voor de arbeiders. De PvdA kwam op voor de vrije zaterdag, ouderdomsvoorzieningen en ook voor studiemogelijkheden van arbeiderskinderen. Dit was heel bijzonder en  moeilijk voorstelbaar in een tijd, waarin de katholieke clerus de KVP propageerde en een hetze voerde tegen de socialisten. De dienaren van het ware geloof  verboden ook boeken zonder een bisschoppelijke goedkeuring en vonden  bioscopen verderfelijk.

Aan de hand van mijn vader ben ik de eerste keer in een bibliotheek, het voormalige gemeentehuis in de Kerkstraat,  geweest en mijn ogen stonden op steeltjes toen ik al die boeken zag. Voor mijn moeder koos hij een mierzoete roman (verstrooiingslectuur) van Courths-Mahler. De Rooie Jan zat achter een tafeltje om op een kaart te schrijven wie het boek leende en of er betaald werd.  Mijn eerste schreden in een bioscoop heb ik ook gedaan met mijn vader, die kaartjes scheurde in het Luxor theater  waar de directeur, de Rooie Jan, achter een loketje bij de ingang zat en kaartjes verkocht.

De laatste keer dat ik de Rooie Jan heb mogen ontmoeten was in de jaren tachtig toen ik een onderzoek gedaan heb naar de effecten van gebedsgenezing. Ik heb hem toen een aantal malen geïnterviewd in het schuurtje achter zijn huis waar zijn archief gevestigd was en waar hij ook staatsloten verkocht. Bij vrijwel iedereen was bekend dat Jan een gebedsgenezer was en iemand van de peeng (pijn) af  kon helpen. Ik heb alle geheimen en gebedjes gekregen maar ik heb niet het gogme om succesvol te zijn met zijn methode.

Bij de komende verkiezingen ga ik het hokje rood kleuren bij de partij  van mijn held.