In het artikel: Net mensen, in de Volkskrant van 4 oktober j.l. (Werelddierendag!!) staan foto’s van varkens van de fotografe Tineke Schuurmans. Zij heeft tijdens dit project de varkens leren kennen als individuen,  die barsten van het zelfvertrouwen, of altijd bang zijn, rustig of opgefokt, snel tevreden of met een zeker onbehagen. Inderdaad varkens zijn net mensen!!   Anderzijds hebben mensen veel eigenschappen gemeen met varkens! De Chinese dierenriem heeft twaalf tekens waarvan het varken er een is. Wie in 1947, in 1959 of in 1971, etc. geboren is, heeft veel eigenschappen gemeen met het varken: galant, oprecht,  gevoelig, waarheidsgetrouw en men heeft een goede relatie met de hond, geit of de draak.

De varkensfamilie bestaat uit een beer, een zeug en kleine biggen. In Deurne zeggen ze kuuskes maar in Gemert worden de aaibare biggetjes meestal bágge of kûtjes genoemd. De aaibaarheidsfactor is een begrip voor de mate waarin dieren affectie of genegenheid opwekken bij mensen. Hoe hoger de factor, hoe minder men geneigd is om vlees te eten van dat dier. Honden en katten hebben een hoge aaibaarheidsfactor en die eten we daarom niet op. Ik weet wat u denkt maar Helmonders zijn Helmonders!

Mijn vader was wever bij Raymakers, zijn salaris was karig maar we kwamen niets te kort. We hadden ‘ne grote hof met aardappelen en groenten en een varken in de schuur dat ik iedere dag mocht voeren. Als het varken mij zag, ging hij knorren vandaar de naam: Knorrie. Het was een aaibare relatie, die uit elkaar spatte toen Snoeks, de thuisslager, aan kwam fietsen met in zijn fietstassen messen en een pistool. Als zesjarige varkensverzorger zag ik dat hij mijn Knorrie  in zijn kop schoot en zijn  nek afsneed. Het uitspattende bloed werd opgevangen en mijn vader roerde met zijn hand in de emmer om het bloed niet te snel te laten stollen. De ingewanden werden eruit gehaald en mijn moeder drukte de stront uit de darmen, want die werden gebruikt voor het maken van worst. Enkele uren later hing Knorrie op een ladder als een gekruisigde Jezus. Knorrie werd helemaal uitgebeend en er werd later ook nog  zult, bloedworst en balkenbrij gemaakt. Spek werd gezouten of ingeweckt en de  weckflessen stonden in de kelderkast. Iedere keer als ik de deur open deed, leek het alsof Knorrie mij vanachter het glas verwijtend aankeek.

Sindsdien eet ik geen varkensvlees!!!!