In het Eindhovens Dagblad van maandag 7 maart j.l. staat dat er MRSA-besmettingen geconstateerd zijn binnen het wijkzorgteam van de Zorgboog in Laarbeek.

MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus) is een huidbacterie die resistent is tegen de meeste gangbare antibiotica maar bij gezonde mensen verloopt de besmetting meestal zonder klachten. Men zegt dat de besmetting alleen gebeurt via intensief (zorg)contact en bij ernstig verzwakte personen kan een infectie ontstaan als er via een wond, bacteriën in de bloedbaan terecht komen.

Als men het artikel leest, denkt de argeloze lezer dat het niet zo’n vaart zal lopen. Toch zijn er huisartsen, die alarm slaan over het grote aantal besmettingen van inwoners met resistente bacteriën. Het overdadig gebruik van antibiotica in de intensieve veeteelt kan de droom van de werking van antibiotica wel eens veranderen in een nachtmerrie.

Volgens het RIVM  (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) is 70 tot 90% van de varkens- en vleeskalverhouderijen besmet met MRSA. In het rapport: “Infectierisico’s van veehouderijen voor omwonenden” van 2012 is men vaag omdat men onvoldoende gegevens heeft. De conclusies zijn gebaseerd op literatuuronderzoek, waarbij advies is gegeven voor de afstand tussen bedrijven en is vooral gericht op de beheersing van dierziekten.

Of er ook een verhoogd risico is voor omwonenden heeft men naar zes zoonösen gekeken (vogelgriep, Q-koorts, psittacose, campylobacteriose, veegerelateerde MRSA en ESBL-producerende bacteriën). Een zoönose is een infectie die van dieren naar de mens overgebracht wordt. Om een inzicht te krijgen in infectierisico’s voor omwonenden van veehouderijen heeft men echter geen onderzoek uitgevoerd.

Het is wel duidelijk dat er steeds meer MRSA-besmettingen komen en de Q-koorts heeft aangetoond dat mensen besmet kunnen raken door inademing van sporen van het infecterend agens, de bacterie Coxiella burnetii.

Zullen we hier eens een piketpaaltje slaan en twee boerengezinde partijen in de gemeenteraad Gemert-Bakel, adviseren bij discussies van geurcirkels, mestproblematiek en uitbreiden van veeteeltbedrijven niet alleen te kijken naar het economisch belang maar ook aandacht te besteden aan de zorg voor de volksgezondheid.