In de Volkskrant van donderdag 15 oktober staat op de voorpagina: “Recordaantal burgemeesters weg”. Er worden diverse redenen genoemd zoals “toyboy”, liefdesleven, ongeluk monstertruck, maar meestal is de reden “incompatibilité des humeurs”oftewel verziekte verhoudingen. In het artikel in de Volkskrant las ik ook dat burgemeesters meer risico lopen de eindstreep niet te halen nu er meer “probleemgemeenten” zijn, de raad vaker versplinterd is en meer raadsleden onervaren zijn.

De burgemeester van Gemert stapt op omdat er gedoe is ontstaan over zijn huisvesting.

Een burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid en is hoofd van de politie. Ingeval van nood is de burgemeester bevoegd noodbevelen te geven en noodverordeningen vast te stellen. Daarom moet een burgemeester in zijn gemeente wonen en is dat contractueel verplicht bij het aanvaarden van het ambt.

Ook heeft de burgemeester een representatieve taak en draagt de ambtsketen bij ceremoniële gebeurtenissen (lintjesregen, 60-jarige huwelijken, bezoeken 100-jarigen, etc., etc..). Bij dergelijke gebeurtenissen moet ik weleens denken aan Gerard Cox met zijn reclame van Duyvis waarbij hij zich op ieder partijtje aankondigt met de woorden: “Dag, ik ben van de Duyvis en nou hoort ik dat er hier een fuif is!” “Komt het de heren gelegen dat ik de pretletters demonstreert!”

Ik las in het ED dat de burgemeester een huurhuis had in Gemert-Bakel maar dat door de gemeente verkocht is. Van “intimi” heb ik echter begrepen dat het tijdelijke huurhuis werd gebruikt als een “pied-à-terre” en dat de burgemeester zich niet heeft ingespannen heeft om hier te gaan wonen. Nu heb ik grote moeite met dergelijke bewoordingen omdat oneigenlijke argumenten gebruikt worden om iets duidelijk te maken. De opmerking van een vorige burgemeester  indertijd in het ED is ook een mooi voorbeeld van een drogreden.  In grote letters stond boven een artikel: “Tandarts zit ook lang in het vak!!!” Hierbij wilde de burgemeester aantonen dat het lang aanblijven van een burgemeester heel gewoon is. 

Dit is nu een voorbeeld van argumentum ad consequentiam waarbij een feit wordt genoemd met een argument dat  helemaal niets te maken heeft met het voorstel dat een burgemeester maximaal drie termijnen in dezelfde gemeente kan blijven.

De volgende zin: “Het is Jan maar die het zegt dus het is onzin” is nu een voorbeeld  van argumentum ad hominem waarbij de tegenstander wordt aangevallen in plaats van het standpunt dat hij verdedigt. Dat is ook volkomen onjuist!!!!!!

Volgens mij moet men altijd gewoon zeggen waarop het staat. De burgemeester wil niet in Gemert wonen, dat heeft niets te maken met het verkopen van een huurhuis.

 “Haj is nie hierj vandon” op zijn Gimmerts is duidelijke taal.!