Bacteriën en virussen, die allerlei ziektes veroorzaken zoals mond- en klauwzeer, varkenspest, runderpest, blauwtong, SARS, vogelgriep, etc., zijn vijanden voor de veeteelt. Mede door de intensieve veeteelt kan een besmetting rampzalig zijn. Om dergelijke uitbraken in te perken worden de dieren op een besmet bedrijf en omgeving afgemaakt. Deze “stamping-out” methode veroorzaakt niet alleen een enorm dierenleed maar is voor de boer ook een economische tegenvaller. Als de infectie overgaat van dier op mens, een zoönose, kan er ook nog een enorm gevaar voor de volksgezondheid ontstaan. Denk maar aan de Q-koorts!!!!!
Nu kan men het probleem van besmettingen gemakkelijk tackelen door dieren te vaccineren. Dit heeft het voordeel dat de dieren immuun worden doordat ze antilichamen vormen. Het nadeel is echter dat die dieren (c.q. vlees) onverkoopbaar zijn in het buitenland. Exportvlees mag n.l. niet afkomstig zijn van dieren, die een infectie doorgemaakt hebben. Dit kan men nagaan door te kijken naar aanwezige antilichamen. Men kan echter nog niet nagaan of aanwezige antilichamen gevormd zijn door een ziekte of door een vaccinatie. Nu wordt er wel onderzoek gedaan naar zogenaamde marker-vaccins waarbij men wel kan zien of de gevormde antilichamen een gevolg zijn van het vaccineren of van een natuurlijke infectie. Helaas is men nog niet zo ver!
Men heeft indertijd gekozen voor een alternatief. De veeteeltbedrijven bij elkaar brengen in gebieden waar weinig mensen wonen, de z.g. LOG’s (Landbouw Ontwikkelings Gebieden) en in een grote straal er omheen geen vestiging van andere bedrijven toestaan. Bij een eventuele besmetting blijft de uitbraak op één locatie en krijgt men geen cascade waarbij alle dieren in de omgeving afgeslacht moeten worden. Gemert heeft een belangrijke rol gespeeld in deze laatste ontwikkelingen (reconstructie buitengebied) en heeft een voorbeeldfunctie in Nederland. Voor deze reconstructies heeft men indertijd 442 miljoen euro ter beschikking gesteld (Eindhovens Dagblad, 16 juni 2012). De reconstructiecommissies houden nu op te bestaan. Het grote voordeel van de ontwikkelingen is dat het platteland anders is ingericht en dat de boeren beseffen dat ze niet langer de alleenheerschappij hebben over het platteland.
Wat ik nou niet begrijp is dat men nu een mestverwerkingsbedrijf wil aanleggen helemaal buiten een LOG. De fractieleider van het CDA zegt dat alleen geld (economie) de belangrijkste drijfveer is voor deze vestiging. Ook heb ik nooit begrepen waarom men indertijd de Handelse Steeg, met in de buurt een grote nieuwe woonwijk, uitgekozen had om daar een intensief veeteeltbedrijf te vestigen terwijl er elders in het buitengebied van Gemert LOG’s aangewezen zijn (reconstructie!!!).
Gelukkig heeft het huidige College van B&W, met instemming van de gemeenteraad, de mogelijkheid om een mestverwerkingsbedrijf op de Fuik niet toe te staan en van het veeteeltbedrijf in de Handelse Steeg hoor ik niets meer.
Dat het CDA nu van zijn geloof afvalt en geld de belangrijkste drijfveer vindt en de opmerking in het GN van de VVD destijds op de ontwikkelingen in de Handelse Steeg is politieke misleiding en heeft de intentie om de inwoners van Gemert op een verkeerd been te zetten. De VVD besloot het artikel bovendien met de opmerking dat men zou bidden op de goede afloop.
Mag ik een boute opmerking maken: “bidden heeft geen zin, logisch nadenken wel”.